Vandaag, op 10 oktober 2019, worden de plannen van curriculum.nu gepresenteerd aan de minister en de Tweede Kamer. Enkele dagen geleden kwam GroenLinks Onderwijswerkgroep bijeen om deze voorstellen te bespreken. Wat kunnen we de fractie meegeven over het curriculum? Het is een onderwerp dat leeft, want de bijeenkomst was drukbezocht. Onder de aanwezigen vooral docenten en een enkele bestuurder of beleidsmaker. Veelal GroenLinksers, maar ook enkelen die zo betrokken zijn op het onderwerp dat ze er graag op een zaterdag voor naar Utrecht komen.
Theo Douma, voorzitter van de coördienatiegroep van curriculum.nu, licht toe wat de opdracht was van het project. Er was in Nederland al lange tijd niet gekeken naar het gehele curriculum. Het doel was om met een grote groep mensen uit werkveld na te denken over het ‘wat’ van het onderwijs. Douma is trots op hoeveel mensen er betrokken zijn geweest. Behalve zo’n 150 ontwikkelteamleden ook veel belangengroepen. De zogenaamde consultatierondes haalden tussen de tweeduizend en achtduizend reacties per keer binnen.
Wie zitten er dan in zo’n ontwikkelteam? Dat zijn docenten die zich daar zelf voor hebben aangemeld en gefaciliteerd zijn voor hun werk. Drie ontwikkelteamleden lichten toe waarom zij zich hebben aangemeld: uit idealisme, bijvoorbeeld, of uit ergernis over de inhoud van het eigen vak.
Uiteraard zijn er kritische geluiden over wie er betrokken zijn geweest. Hoewel de ontwikkelteams bestaan uit docenten en er ook scholen zijn die actief aan de slag zijn geweest met de voorstellen, leeft curriculum.nu nauwelijks onder docenten. Zijn er voldoende leraren betrokken geweest om te kunnen stellen dat dit ‘van de leraren’ is?
De belangrijkste aanbeveling van de aanwezigen is dan ook dat er ruim gefaciliteerd moet worden om de voorstellen onder de aandacht te brengen van docenten. Zij moeten tijd krijgen om de voorstellen te lezen, te verwerken en te bespreken. Vervolgens moeten scholen gefaciliteerd worden om de voorstellen te implementeren. Maar ook wordt er genoemd en breed beaamd dat docenten structureel tijd en ook organisatorische ruimte moeten hebben om zich te buigen over de doorontwikkeling van het vak, ook na deze eenmalige, grote herziening. De komende tijd moet het niet alleen gaan over het voorgestelde curriculum maar moet er ook al gekeken worden naar de toekomst. Hoe houd je het curriculum actueel?
Ook is er discussie over de wetenschappelijke fundering van de voorstellen. Men is het er dan ook over eens dat er een goede inhoudelijke toets moet komen, niet alleen bij docenten maar ook juist bij wetenschappers. De aanwezigen beamen overigens dat de Tweede Kamer zich niet zelf over deze inhoud moet buigen.
De ontwikkelteamleden wijzen erop dat het nieuwe curriculum veel handvatten biedt voor samenwerking over de vakken heen. Een voorbeeld is het leergebied Mens & Natuur, waarin nu een duidelijker keuze is gemaakt voor een gemeenschappelijke "taal", waardoor leerlingen de kennis en vaardigheden van het ene vak makkelijker kunnen inzetten bij het andere. Ook zijn er gemeenschappelijke bouwstenen benoemd, zoals duurzaamheid. In een volgende fase zouden daar ook gemeenschappelijke kerndoelen van gemaakt kunnen worden. Het is uiteraard uiteindelijk aan de school en haar docenten zelf in hoeverre de samenhang gezocht wordt en hoe die eruit komt te zien. Curriculum.nu geeft enkel de raakvlakken tussen de leergebieden aan. Toch geven de aanwezigen als extra aandachtspunt mee dat gelet moet worden op de samenhang en de doorlopende leerlijn tussen primair en voortgezet onderwijs.
De belangrijkste aanbevelingen aan de Tweede Kamerfractie op een rij:
- Zorg voor een inhoudelijke toets bij de wetenschap en onder docenten.
- Faciliteer docenten bij het verwerken en implementeren van de huidige voorstellen.
- Denk na over hoe docenten structureel bezig kunnen blijven met het verbeteren van het landelijke curriculum.
- Heb oog voor de doorlopende leerlijn en samenhang tussen primair en voortgezet onderwijs.