Na een korte voorstelronde en wat koffie, ontvlamde de bijeenkomst met wat kritische noten van Douwe Duursma (Directeur ISK) op het streven naar gelijke kansen. Dit resulteerde in een verhitte discussie zwierend tussen de grondvesten van een eerlijke samenleving en de rol van het onderwijs om dit te bereiken. Na een broodnodige pauze was het de beurt aan ... van stichting leerKRACHT om te delen hoe zij leraren in staat stellen om hun lesmethode te optimaliseren op de behoefte van de leerling en de maatschappij. Ten slotte, begon Simion Blom (gemeenteraadslid Amsterdam) nog te praten over de gevaren van ouderbijdrages. Na een 4-tal uur vol gepraat, was de bijeenkomst al weer om. Als je alles nog eens rustig wilt nalezen dan staat er hieronder een grove schets.
Kanttekeningen bij gelijke kansen
Gelijke kansen is natuurlijk en sympathiek idee. Wie is er nou op tegen om ook zwakkeren mee te laten doen aan alles wat de maatschappij te bieden heeft. De vraag blijft echter of er ooit echt sprake kan zijn van gelijke kansen. Er zullen waarschijnlijk altijd mensen blijven die bevoorrecht zijn. Zelfs op een gelijk speelveld, kunnen sommige stukken het halve bord overbruggen terwijl anderen het met een vakje moeten doen.
“Er zijn dingen in het leven die nou eenmaal zo zijn. We moeten er gewoon mee dealen. Als we het kunnen oplossen dan is het een probleem, anders is er slechts sprake van een tragiek.”
In de Nederlandse maatschappij bepaald je opleiding voor een groot deel de mogelijkheden die je later in het leven zult krijgen. De politiek richt zich daarom op het onderwijs om de verschillen in kansen te verkleinen. Daarnaast is het voor de staat goedkoper om leerlingen zo snel mogelijk door het leertraject te halen en het meeste te investeren in de leerlingen die het beste kunnen leren. Hierdoor wordt de leercapaciteit tot de belangrijkste noemer gemaakt om verschillende leerlingen te verdelen over niveau’s.
Het onderscheid maken op leercapaciteit brengt inefficiënties met zich mee. Zo is er het biologische verschil tussen jongens en meisjes bij het ontwikkelen van de hersenen. Op het vwo is er een oververtegenwoordiging van meisjes op havo of vwo en veel jongens glijden juist af. Daarnaast zijn er nog een legio andere factoren die meespelen bij de leercapaciteit, zoals cultuurverschillen, problemen thuis of een taalachterstand.
Om dit verschil in leercapaciteit te overbruggen kunnen extra hulpmiddelen ingezet worden zoals bijscholing, mentoren of remedial teaching. De vraag blijft echter, hoe komt de juiste begeleiding bij de juiste personen terecht. Als we de hulpmiddelen voor iedereen beschikbaar maken, dan lopen de kinderen met een achterstand niet in. Terwijl als we ervoor laten betalen dan profiteren alleen de rijkeren. Een derde optie is om het door de school te laten regel. Dat zorgt dan weer voor de vraag waarop het onderscheid is gebaseerd. De school kan dan verzeilt raken in een bureaucratie met veel standaardisatie en hokjesdenken, wat ook weer vaak tot onvrede leidt.
Er is nog een andere problematische gedacht die aan gelijke kansen kleeft. Wanneer je stelt dat iedereen gelijke kansen heeft, een persoon zelf verantwoordelijk wordt voor het behaalde resultaat. Dit kan leiden tot een negatief zelfbeeld, bijvoorbeeld als een kind met veel bijles nog altijd onvoldoendes haalt.
Als je alleen deze kanttekeningen leest, zou je bijna denken dat het ijdele hoop is om naar kansengelijkheid te streven. Ongeveer honderd jaar geleden waren mannen en vrouwen ook niet gelijk aan elkaar. Na jaren van protesten en demonstraties, en een veranderend economisch klimaat is dit verschil overkomen. In ieder geval wat betreft wetgeving. Gelijke behandeling in de samenleving is dus voor een deel maakbaar. In het tweede deel van de bijeenkomst ging het over de mogelijkheden die (succesvol) zijn ingezet om kansen ongelijk op basis van cultuurverschillen, te verminderen.
Een voorbeeld waarbij een cultureel verschil kan leiden tot een onderwijs verschil is de opvatting van de ouders over het onderwijs van hun kinderen. Bij veel scholen wordt contact gezocht met de ouders om de leerprestaties te bespreken en de ontwikkeling van het kind voor beiden inzichtelijk te krijgen en zo te versterken. Waar scholen tegenaan lopen is dat de betrokkenheid van autochtone ouders groter is dan bij biculturele ouders. De laatste groep komt simpelweg niet opdagen voor oudergesprekken. Enkele scholen zijn dit tegen proberen te gaan met het inzetten van een speciale consulent die arabisch en hebreeuws spreekt en door een boekje aan de leerling te geven zodat deze de leerprestaties inzichtelijk kan maken voor zijn ouders.
Al met al heeft een school als taak om een kind voor te bereiden op de maatschappij en houvasten te geven om zijn eigen doelen na te streven. Uiteindelijk gaat het er daarom misschien niet om hoe we ieders talenten kunnen ontwikkelen, maar hoe we iedereen een gelukkig leven kunnen laten leiden, ondanks hun talenten.
LEERKRACHT - Elke dag samen een beetje beter.Een stichting die de cultuur binnen scholen wil verbeteren. Door de druk van de dagelijkse beslommeringen komen niet alle scholen er aan toe om een visie te creëren en uit te dragen. Door samen met leraren, leerlingen en schoolleiding een leerklimaat neer te zetten geven ze docenten meer ruimte om hun lesmethodes te verbeteren.
Het ouderbijdrage-probleem- Vrijwilligheid wordt niet duidelijke gecommuniceert
- Geld is ook een psychologische barrière : hier hoor ik niet bij
- Als je niet de ouderbijdrage betaald, mag het kind dan wel mee op extra’s zoals schoolreisjes?
- Sowieso is het hebben van (plezier-)reisjes een barrière waardoor sommige ouders niet denken dat hun kind op die school past.